woensdag 30 mei 2012

Telefonische verkoop. Muziek uit 1978.

Vanmorgen bel ik de klantenservice van onze ziektekostenverzekeraar. Ik heb problemen met het online declareren.
Een mevrouw staat mij keurig te woord en vraagt of er een of twee personen op de polis staan. ‘Twee.’ antwoord ik. Waarop zij zegt: ‘Misschien bent u dan ingelogd onder de naam van uw man?’ Hier antwoord ik ontkennend op, maar verder reageer ik niet. Mensen worden vaak zo onzeker van zo’n uitzondering. Dan hóór ik bijna dat ze een rood hoofd krijgen.
Enkele jaren geleden belde er verkoopster van waterstofzuigers. Omdat ik altijd uiterst beleefd ben en mensen netjes uit laat praten, duren deze gesprekken bij mij vrij lang. Vaak ben ik ook echt wel geïnteresseerd. Alleen al het feit dat je kennelijk zo’n báán wilt hebben! Het is toch niet leuk om al die chagrijnige mensen, onder etenstijd uit te leggen wat ze met een waterstofzuiger kunnen doen?
Maar ik stel relevante vragen en murmel begrijpend. Funest. Voor je het weet wil ze bij je thuis komen om het ding te demonstreren!
Mijn alter eega ziet de bui al hangen. Ze schudt met haar hoofd, rolt met haar ogen en maakt een gebaar alsof ze een keel doorsnijdt.
Ik leg zuchtend uit dat ik écht niet zo’n stofzuiger wil. De vrouw blijft aandringen. Dan zeg ik dat ik mijn echtgenote wel even zal geven. ‘Ach nee,’ zegt de verkoopster samenzweerderig, ‘Doet u dat nu maar niet, mánnen hebben helemaal geen verstand van zulke apparaten.’ Ik grijns en zeg: ‘Maar mijn echtgenote is een vrouw, hier komt ze!’
Er valt geen onvertogen woord en toch is na enkele seconden het gesprek beëindigd. Sommige vrouwen kúnnen dat!


1 opmerking: