woensdag 28 december 2011

Kniepertjes. Muziek uit 1978.

Dit is een heerlijke week. De Top 2000 op Radio2. Wat het vooral fijn maakt, is de afwezigheid van narigheid in de wereld. Je krijgt er in ieder geval maar weinig van mee. Een heel kleine portie rondom het uur in het nieuws, voor de rest alleen muziek. Sluimerende herinneringen ontwaken. Ze worden met mede luisteraars gedeeld. Daarom duurt deze 13e top 2000 ook een dag langer dan de eerste in 1999. Ik kijk maar zelden in de lijst. Ik laat me liever verassen. Maar ik maak een uitzondering voor woensdagmiddag 28 december. Dan bak ik namelijk kniepertjes. Dat zijn opgerolde koekjes die met behulp van een heet knijpijzer gebakken worden. Het recept heb ik ooit gekregen van mijn moeder. Zij had het geschreven op de binnenkant van het kaft van haar stukgelezen kookboek.
Ik giet het dunne, naar anijs smakende, beslag op het ijzer, klap het dicht en na enkele minuten kan het kleine pannenkoekje eruit. Nieuw beslag erin en dan direct het eerste koekje, met behulp van een stokje, oprollen. Binnen enkele seconden is het deeg hard en heb je een mooi ‘rölleke’. Het symboliseert het komende jaar. Alles is nog verborgen. Een plat koekje staat symbool voor het afgelopen jaar, alles is zichtbaar, zonder geheimen.
Deze bezigheid, die over het algemeen een kleine vier uur in beslag neemt, leent zich uitstekend voor het beluisteren van de Top 2000. Ik heb gezien dat Maggie Mac Neal langskomt, zij gaat opnieuw Terug naar de Kust. Trouwe lezers weten al wat ik met dat nummer heb. Ik ga hard meebrullen met Bette Midler met haar Beast of Burden en bij de The Moody Blues ben ik weer met mijn alter eega in Parijs, op de Boulevard de la Madeleine. Ik verheug me dus op de kniepertjes, maar nog meer op het bakken ervan!

woensdag 14 december 2011

How ‘bout us? Muziek uit 1980.

Schuifelen heet het in onze streek, elders heeft men het over slijpen. Tegenwoordig doe ik het nog maar zelden. Ja, als we Champaingn horen op onze favoriete radiozender. Dan ‘slow’ ik in de huiskamer met mijn alter eega.
In het prille begin van de jaren ’80 is het, op een fuif of schoolfeest, een perfect schuifelnummer. Je danst, dicht tegen elkaar, met degene met wie je verkering hebt of graag wílt hebben. Er is bijna geen ruimte voor nodig, het licht is gedimd en er ontstaat een intieme sfeer. Het nummer kan niet lang genoeg duren…
Tenzij je door iemand gevraagd bent waar je eigenlijk niets voor voelt. Op tijd ‘nee’ zeggen is niet mijn sterkste kant en dan is het afzien! Mijn danspartner, geheel in trance, heeft het kennelijk wél naar zijn zin. Ik zie mijn droomvrouw-van-dat-moment langsschuifelen met een jongeman. Ik hoop dat zij ook niet helemaal happy is met de omstandigheden. Zij danst toch ook liever met mij? Maar zij lijkt volmaakt tevreden en er is geen kans op oogcontact, simpelweg omdat ze haar ogen gelukszalig gesloten heeft. Jammer van zo’n mooie plaat…
De situatie die ná zo’n schuifelnummer kan ontstaan is zo mogelijk nóg lastiger. Mijn schuifelpartner is er na zo’n intiem moment van overtuigd dat er sprake is van verkering. Ik vind van niet, maar op tijd ‘nee’ zeggen…
Het kan nog erger: iederéén denkt inmiddels dat er sprake is van een relatie tussen mij en de bewuste jongen. Ik ben daar niet in gekend. Is het waar wat ze beweren? Een netelige kwestie!
Ik heb zoiets ooit opgelost door de betreffende jongeling te confronteren met de uitspraak: ‘Als we verkering hebben maak ik het uit en als we dat niet hebben, maak ik het ook niet aan!’ Zó zit dat met ons!

woensdag 7 december 2011

Vuurtoren. Muziek uit 1977.

De stukjes die jullie hier lezen worden vaak, in eerste opzet, geschreven op een bankje in (bij voorkeur) de zon. Ik verplaats mij hiervoor, in mijn lunchpauze, naar de plaatselijke jachthaven.
Meestal weet ik wel waar het stukje over moet gaan, maar soms doe ik ter plekke inspiratie op. Zo ook deze keer. Ik kijk naar de bootjes die nu, het is december, veelal onder een dekzijl zachtjes deinen op de golfjes. De gedachte aan Harbourlight van Windjammer is dan niet ver meer. Ik vind dat nog steeds een prachtig nummer, zowel qua tekst als muziek. Het is zo romantisch…
We gaan terug naar 1977. Een grote hit is het trouwens nooit geworden, hoger dan op nummer 15 heeft ze in de hitlijsten niet gestaan. In die tijd ben ik een puber die stevig gelooft in een geliefde die een lichtend baken zal zijn in mijn bestaan vol stormen en wilde zeeën. Mijn vuurtoren die mij de weg zal wijzen en altijd weer zal zorgen voor een behouden thuiskomst, die me door de donkere nacht zal leiden, zoals mijn fiets-voorlamp mij door het spaarzaam verlichte buitengebied naar huis begeleidt. Zoals de maan, die ook altijd speciaal met míj meefietst.
Op dat moment ben ik nog onbekend met het gegeven dat het nog wel even zou kunnen duren voordat ik zo’n licht zal vinden. Maar een vast geloof, in een haven waar de zon schijnt en alwaar je kunt deinen op de golven van het bestaan, heeft ervoor gezorgd dat ik die ook écht heb gevonden.
En als het regent of stormt? Dan gooien we het dekzeil over ons heen en zetten we de stormlantaarn in onze haven. Zodat we voor iedereen die dat wil te vinden zijn. En dan wachten we tot de zon, of de maan, weer gaat schijnen!

woensdag 30 november 2011

Verslaafd. Muziek uit 2011.

Is ‘verslaafd zijn aan muziek’ hetzelfde als ‘een slaaf zijn van muziek?’ In beide gevallen houdt die muziek je in haar greep, maar de eerste vertaling vind ik zelf wat positiever.
In het nummer Slave to the Music laat James Morrison horen hoe hij het ervaart. ‘She’s got me rocking, she’s got me moving, she’s got me dancing’ zingt hij in het refrein. Ik zou daar aan toe willen voegen: ‘She’s got me writing’ want over heel veel nummers valt voor mij wel iets te schrijven. Maar dat heb je al ervaren, anders las je dit waarschijnlijk niet.
James zingt met hese stem over zijn verslaving en het komt mij voor dat de vergelijking tussen muziek en een lieve, aantrekkelijke vrouw niet zover weg ligt. Daarom spreekt het nummer mij waarschijnlijk ook zo aan. Zo iemand kan het beste in je losmaken en de verslaving ligt om de hoek.
James is dus eigenlijk verslaafd aan de liefde. Of gaat die vergelijking te ver? Voor mij niet. Een nieuwe song, die goed gemaakt is en mooi gezongen wordt, maakt bij mij soms gevoelens los die aan verliefdheid grenzen. Wanneer komt het nummer weer langs op mijn favoriete zender? Hoor ik er dan nog weer nieuwe dingen in? Vind ik het nummer nog steeds mooi als ik het vaker hoor?
Soms gaat het over. Het wordt bijvoorbeeld téveel gedraaid en de melodie is niet ‘spannend’ genoeg om over te gaan in ‘houden van’. Maar er zijn ook een paar nummers waar ik al veertig jaar warme gevoelens voor koester. Dit nummer zou best eens in dat rijtje thuis kunnen gaan horen. In ieder geval zal zij mij waarschijnlijk altijd herinneren aan de tijd dat ze mij tot schrijven heeft aangezet. ‘Slave to the music, no I won’t stop until my heart pops…, she’s got me writing….’



She pulled me in so easily
right from the start
she played me like I was a melody
one bang on the drum and she funks me with a sweet kiss
she's touching me with lovers caress
no I can't fight it

She's got my soul she's captured me
holds me hostage when I hear that beat
I won't take these shackles off my feet
'cause they're the only thing that make me feel free, that's why

I'm a slave to the music
No I won't stop until my heart pops
I'm a slave to the music
No I won't give in until I stop breathing

She's got me rocking
She's got me moving
She's got me dancing
I don't wanna be saved
Slave to the music
I don't wanna be saved
Slave to the music, yeah.. yeah

She fought the pop and I'm barely alive
But keep on givin' it's the only way to survive
But I can't help but shuffle my feet
moving like a zombie, chasing' the beat

She lures me in oh sweet surrender
locks me down like a repeat offender
I won't take these shackles off my feet
'cause they're the only thing that make me feel free, that's

woensdag 23 november 2011

Het verhalenboek

De regelmatige bezoeker van deze pagina heeft al wel begrepen dat ik een passie heb voor popmuziek, gecombineerd met een passie voor het geschreven woord. Het zal jullie dan ook niet verbazen dat ik graag het Top 2000 Verhalenboek zou willen bemachtigen. Dat kan, door mee te doen aan het Top 2000 Introspel. Ik heb meegedaan! Ik heb in 30 seconden drie intro’s goed geraden!
Als ik het nummer bel, op een dinsdagavond even na negenen, zegt een vriendelijke mevrouw dat ik waarschijnlijk wel als kandidaat geselecteerd zal worden. Verliezen kan niet, want alleen het meedoen wordt al beloond met eerder genoemd boek. Mijn adresgegevens worden genoteerd. Ze gaan mij bellen, zegt de mevrouw. Mijn alter eega en ik gaan verder met onze bezigheden aan de keukentafel. Nagels lakken, kruiswoordpuzzelen, lezen en radio luisteren. Als het Introspel langskomt blijkt dat er iemand anders is geselecteerd. Vreemd. Maar niet getreurd, misschien in het volgende uur. Als ook dit uur bijna ten einde loopt en ik nog steeds niet gebeld ben, word ik ongerust. Dan roept de presentator: ‘Als je mee wilt doen met het Introspel, dan moet je nú bellen.’ Ik toets meteen het nummer in en ik krijg dezelfde aardige mevrouw aan de lijn, die roept: ‘Oh, gelukkig! Goed dat je belt! Ik heb waarschijnlijk je telefoonnummer verkeerd genoteerd. Ik kreeg iemand aan de lijn die absoluut geen idee had waar het over ging. Maar blijf aan de telefoon, dan kom je zó in de uitzending. Succes!’
De rest is geschiedenis. Een paar collega’s hebben mijn ‘two minutes of fame’ live op de radio gehoord. Leuk! Het levert een 10 cd box op met het beste uit de Top 2000 én het verhalenboek!

Fietsenkelderkampioen. Muziek uit 1977.

Ooit was ik een kampioen! In een fietsenkelder in 1977. In die tijd zit ik in de tweede klas van de Mavo. Ik voel me heel wat, want ik zit al voor het tweede achtereenvolgende jaar in de tweede klas. Ik zing in die fietsenkelder dat wij de kampioenen zijn. We are the champions my friend! Oueen maakt in die tijd aan de lopende band hits en dit is er ook weer één!
Eigenlijk is de fietsenkelder verboden terrein voor ons scholieren, in ieder geval in de pauzes. Maar als het regent dan wil je toch wel graag droog zitten, niet dan? Achter in die kelder, om het hoekje, staan zelfs nog wat attributen waar je op kunt zitten. Bovendien is de akoestiek geweldig.
Genoemd Queen nummer is op dat moment bij velen geliefd en ik ken al vrij snel de tekst uit mijn hoofd. Muziekblad Popfoto heeft daar een mooi steentje aan bijgedragen. Het begin van het nummer is zacht en gedragen. Ergens in het midden wordt gezongen You brought me fame and fortune and everything that goes with it, I thank you all! Eigenlijk wordt die zin meer gesproken dan gezongen en ik declameer hem met een perfect gevoel voor drama. Mijn linkerarm is gespreid en mijn rechter gebogen alsof ik een microfoon vasthoud. Ik bén Freddy! De benen wijd en het hoofd een beetje schuin. En daarna uithalen: We are the champions my friend. And we’ll keep on fighting ‘till the end… Het refrein wordt door mijn publiek meegezongen. Het galmt prachtig door de kelder.
Hier komt abrupt een einde aan als de conciërge de hoek om komt. Hij dirigeert ons met harde hand naar buiten, onderwijl sancties naar ons roepend die er niet om liegen. Strafwerk, nablijven, directeur, plein vegen… Wij zijn de kampioenen, maar we voelen al snel nattigheid…

woensdag 16 november 2011

The Rose. Muziek uit 1980

Karaoke is ooit iets bijzonders geweest. Dat kun je je nu bijna niet meer voorstellen! We schrijven begin jaren negentig. Als afsluiting van het clubseizoen, op de gezellige avond voor de leiding, heeft men een karaokeset gehuurd. Wat een uitvinding! Ik vind het ge-wél-dig! Je geeft aan welk nummer je wilt zingen en daarvan hoor je de muziek. De tekst verschijnt in beeld en meezingen maar. Voor de intrede van het World Wide Web was het toch best lastig om aan de tekst van een lied te komen. Je kon een songtekst uit een muziekblad halen. Maar met karaoke is dat geen probleem meer. De tekst verschijnt op het scherm en kleurt rood op het moment dat je moet zingen. Er is een microfoon bij en een paar boxen, dus het publiek kan je optimaal beluisteren. Voor mij is het onbegrijpelijk dat niet iedereen de hele tijd mee wil zingen. Ik vind het fantastisch, dus ik sta die avond regelmatig met de microfoon in mijn hand.
Mijn alter eega is ook van de partij. We kennen elkaar dan nog niet zo lang. Ik wil graag een goede indruk op haar te maken en dus doe ik erg mijn best. Zij kan zich mijn optreden ook nog goed herinneren. Vooral The Rose van Bette Midler komt sterk bij haar binnen. Dat is natuurlijk ook een erg mooi nummer. In haar herinnering zong ik het prachtig die avond. Als we het nummer later nog wel eens op de radio horen, denken we altijd aan dat moment terug.
Toen mijn alter eega Sarah mocht aanschouwen, heb ik voor haar een tekst geschreven op de melodie van dit lied. Het leek me echter te moeilijk om dat live te zingen op haar feestje. Daarom is het opgenomen op een CD. Zodoende kon ik het, bijna twintig jaar later, nogmaals voor haar zingen op karaoke-achtige wijze. Het effect was nog even sterk…

woensdag 9 november 2011

Je kunt er beter mee ophouden. Muziek uit 1988.

Vorige week is mijn tiende bijdrage op deze plek gepubliceerd. Een jubileumbijdrage! Voor diegenen onder jullie die nu hun wenkbrauwen optrekken en zeggen: ‘Poeh, wat is ‘tien keer’ nu voor jubileum?’ Nou, ik heb ook nagedacht over twaalf-en-half, maar dat blijkt moeilijk uitvoerbaar. Ik hou namelijk niet van halve maatregelen c.q. halve maten en halve regelen. Dat ziet ! Komt nog bij dat, in deze tijden van snelle media, tien weken al best lang is! Even dus een rustmoment om de bijbehorende parafernalia, een virtuele oorkonde en denkbeeldige roem, in ontvangst te nemen en jullie te bedanken voor je niet aflatende steun. Lieve, trouwe lezers bedankt! Het waren tien prachtige weken! Ik heb ervan genoten. Nee, nee, vreest niet, ik ga er heus mee door. Ik zou echter wel graag willen weten of jullie er ook nog zijn?
Het publiceren op deze plek is wel te vergelijken met het maken van radio. Ik luister er dagelijks naar en ik denk vaak, wat fijn dat al die radiomakers weer wat te genieten in elkaar gesleuteld hebben. Maar ik laat ze dat nooit weten. Dat doen anderen wel, denk ik dan. Bovendien weten ‘ze’ vast wel dat ik vanaf zes uur ’s ochtends naar hun bijdragen luister.
Nu weet ik natuurlijk ook wel dat jullie op zondag massaal afstemmen op een verse blog. Maar ik zou het toch wel leuk vinden om af en toe nog eens een piepklein reactietje van jullie te vinden, onderaan deze pagina. Vinden jullie de nummers leuk? Mis je iets? Verzoeknummers worden óók gehonoreerd! Het is misschien wel een beetje gevaarlijk wat ik nu vraag want dat kán natuurlijk uitdraaien op het nummer You better stop van Sam Brown. Ik beloof dus niet dat ik álles ter harte neem!

woensdag 2 november 2011

You srewed me over. Muziek uit 2011.

Elkaar eens flink de waarheid zeggen of zelfs de relatie beëindigen. Het hoort bij het leven. Er zijn ook vast al heel veel nummers geschreven over zoiets pijnlijks. Drama leent zich natuurlijk uitstekend als inhoud voor een gevoelig lied. Het is uit met degene die ooit je grote liefde was, je likt je wonden en schrijft een lied met een persoonlijke ondertoon. Tegenwoordig zit er ook vaak een filmpje bij zo’n nummer. Dat maakt het nog persoonlijker. Zoals bijvoorbeeld bij Gotye, Somebody that I used to know.
Ik heb de song nu een paar keer gehoord op mijn favoriete radiozender. De eerste keer, begin oktober 2011, viel het me op door het intro. Het pianopingeltje heeft wel wat weg van Altijd is Kortjakje ziek of een ander bekend deuntje. Daarna wordt er gezongen door een man en een vrouw. Ik vond het wel mooi, het klonk best lief. Toen ik beter ging luisteren hoorde ik ook een wat bozere ondertoon. De man zingt: But you didn’t have to cut me off… en de dame zingt iets van: All the times you srewed me over… nou, dat voorspelt allemaal niet veel goeds. Even kijken dus naar het filmpje. Hé, dat is een fascinerend beeld! Dáár is veel tijd in gestoken! De getoonde man lijkt zonder kleren aan gefilmd te worden (niet in zijn geheel hoor, maar tóch….) en later wordt de achtergrond verdeeld in vlakken die gevuld worden met verf. De man wordt met dezelfde gekleurde vlakken beschilderd. Hij gaat als het ware op in de achtergrond. Dan blijkt er ook een vrouw te staan. Zij is ook beschilderd en gaat ook op in het schilderij. Zij is boos op hem en dat laat ze blijken! Hij is ook boos op haar. De relatie is beëindigd, zoveel is wel duidelijk en ze vechten het op dit filmpje uit. Wij zijn er getuige van. Gênant eigenlijk. Maar het lijkt me een kanshebber voor een grote hit. Eind goed al goed!



Now and then I think of when we were together
Like when you said you felt so happy you could die
Told myself that you were right for me
But felt so lonely in your company
But that was love and it's an ache I still remember

You can get addicted to a certain kind of sadness
Like resignation to the end
Always the end
So when we found that we could not make sense
Well you said that we would still be friends
But I'll admit that I was glad that it was over

But you didn't have to cut me off
Make out like it never happened
And that we were nothing
And I don't even need your love
But you treat me like a stranger
And that feels so rough
You didn't have to stoop so low
Have your friends collect your records
And then change your number
I guess that I don't need that though
Now you're just somebody that I used to know

Now and then I think of all the times you screwed me over
But had me believing it was always something that I'd done
And I don't wanna live that way
Reading into every word you say
You said that you could let it go
And I wouldn't catch you hung up on somebody that you used to know...

woensdag 26 oktober 2011

Plat proat’n. Muziek uit 1977.

Verbijsterd ben ik. Mijn ogen zijn onafgebroken gericht op ons Erres radiotoestel met de houten kast en de grijze draaiknoppen. Alsof ik zo beter kan verstaan wat er gezongen wordt. Ik geloof mijn oren niet. …noar de motorcross op het Hengelse zand, de hoender en de vrouwluu stoaven ahan de kant…. Ongelofelijk, die mannen zingen in míjn Achterhoeks dialect! Echt waar! Het dialect waar je je eigenlijk voor moet schamen, zeker als je vijftien bent en op de Mavo zit. Het is een gedenkwaardige zaterdag in het voorjaar van 1977.
Thuis op de boerderij spreken we uitsluitend dialect. Dat heet plat proat’n. Tot mijn zesde jaar is het de taal waarin ik me het best uit kan drukken. Op de lagere school praten de meeste kinderen anders en ik maak me die andere tongval ook snel eigen. Het dialect spreken wordt als minderwaardig en dom beschouwd. Algemeen Beschaafd Nederlands is de norm. Daarom is Achterhoeks dialect op de Nederlandse radio voor mij zoiets als vloeken in de kerk. Nou, er wordt wat afgevloekt in die tijd! Normaal met Oerend hard is een daverend succes. Het nummer beklimt met ongekende vaart de hitlijsten. Te pas en te onpas hebben presentatoren het over heuken, brekken en angoon. Ik ben trots op mijn tweetalige opvoeding, waardoor ik die woorden tenminste uit kan spreken zoals ze horen te klinken.
Toen ik het nummer voor het eerst hoorde vond ik het leuk en spannend, maar het leek me een kansloze missie. Nederland zou toch nooit vallen voor liedjes die in het Achterhoeks dialect gezongen werden? Vijfendertig jaar later weten wij wel beter. Ik ben blij dat ik het plat proat’n nog steeds niet verleerd ben!



Oerend hard kwamen zi-j doar angescheurd
Oerend hard want zi-j hadden van de motocross geheurd
Langzaam ri-jen dat deejen ze nooit
Dat vonden zi-j toch moar tied verknooit
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA
Noar de motocross op 't Hengelse zand
De hoender en de vrouwluu stoaven an de kant
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA

Oerend hard scheurden zi-j noa de cross noar huus
Oerend hard want dan waren zi-j eerder thuus
Zi-j hadden alderbastend gein gehad
Zi-j waren allebei een heel klein betjen zat
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA
An 't gevoar hadden zi-j nog nooit gedach
Zie waren koning op de weg en dachten alles mag
Bertus op zien Norton en Tinus op de BSA

Moar zoas altied kwam an dat gejakker een end
Deur een zatte kerel die de snelheid van een motor niet kent
Bertus reej veurop en Tinus kwam der vlak achteran
Iedereen die zei: Van die leu heur ie nooit meer wat van
Zie gingen nooit, nee nee nooit, nooit meer oerend hard
Moar wie goat oerend hard

woensdag 19 oktober 2011

De zenderradio

Dagelijks een flinke portie muziek. Dat is voor mij levensbehoefte nummer een. Het liefst een mooie mix van ‘Gouwe Ouwe’ en ‘Recente Talenten’. Een zekere vorm van melodieusheid is ook een vereiste en het meezing- of fluitgehalte moet hoog zijn. Dit leidt, in mijn geval, tot het dagelijks luisteren naar Radio2. Het betekent dat in alle kamers van ons huis een radio (aan)staat, zelfs in de badkamer. Gelukkig heeft mijn alter eega dezelfde muzieksmaak en hoeft de zender dus maar incidenteel op een andere frequentie te worden afgesteld. Soms op vrijdagavond, als we niet zoveel zin hebben in de geboden ‘dance’ muziek. Dan kiezen we voor een CD of voor Sky Radio.
Ook op het werk zorg ik ervoor dat ik dagelijks aan mijn portie arbeidsvitaminen kom. De radio die daar staat heb ik gewonnen bij een spelletje, let wel, op de radio! Dat was weliswaar nog in de vorige eeuw, maar het spelletje bestaat nog steeds. ’s Avonds tussen zeven en acht staat het programma HalverWege van Alfred van de Wege geprogrammeerd. Het spel gaat als volgt. Je krijgt vijf fragmenten te horen en daarvan moet je dan de titel of de artiest noemen. Dat lukte toentertijd heel goed en ik won een wekkerradio. Het is een apart ding. Het ziet eruit als een houten kistje wat opengeklapt kan worden. In het deksel zit de speaker en een wekker. In het bakje zelf zit een grote, halfronde, zoekschijf voor de zenderfrequentie. Een aantal draaiknopjes en hendeltjes maakt het apparaat compleet. Het geheel doet en beetje denken aan een mobiele zender uit de Tweede Wereldoorlog. De muziek die eruit komt is gewoon modern. Of antiek. In ieder geval helder en zonder ruis. Daarvan lust ik iedere dag wel weer een gezonde portie.

woensdag 12 oktober 2011

De Provinciale keuken. Muziek uit 1973.

’t Is weer voorbij die mooie zomer… Hoewel de staart van september 2011 uiteindelijk nog een zomers beeld geeft.
Dit liedje van Gerard Cox uit 1973 roept nog altijd mooie herinneringen op. Op deze melodie is een van de eerste feestliedjes, waar ik aan meegeschreven heb gemaakt. Enkele tekstregels konden zo overgezet worden. Ik ben twaalf en een van mijn broers gaat trouwen. We schrijven 21 maart 1975. Traditiegetrouw wordt er op een bruiloft veel gezongen door onze familie. Er is een samenwerkingsverband ontstaan met de familie van mijn schoonzus. Het wordt een heus koor!

Het feest wordt gehouden in een Bistro. Tussen de geruite kleedjes en dito lampenkapjes zingen wij het welkomstlied voor het bruidspaar:

Je hebt er maandenlang naar uitgekeken
Naar die eerste lentedag in maart
Traag en langzaam kropen langs de weken
Maar eind’lijk kreeg het toch een beetje vaart…

We eten van ronde houten borden. Op het menu staan Pommes Parisiennes. Die rollen zo van je plankje af! Mijn moeder zegt een beetje besmuikt dat het gewoon ‘knorhaantjes’ zijn. Pommes Parisiennes lijkt mij ook een nogal luxe naam voor de allerkleinste aardappeltjes die wij tijdens het rooien kunnen vinden op het land. We gooien ze in de XXS mand. Daar wordt niets meer mee gedaan. Ja, op de laatste dag van de aardappeloogst. Dan worden de ‘knorhaantjes’ gewassen en gebakken in een laag spekvet. Als je dan je gitzwarte handen schoongeboend hebt en het zand van je broek en uit je haren hebt geschud, dan smaken die knorhaantjes delicieus! Maar dan weet je ook dat de zomer weer écht voorbij is…

woensdag 5 oktober 2011

Pee Ninety Ex (P90X). Muziek uit 2011.

De hele dag fier rondstappen in je geboortepak. Iets wat vooral de naturisten onder ons wel zal aanspreken. Verder vooral niets doen, behalve in bed liggen. Bruno Mars heeft de ledigheid tot kunst verheven. Hij beantwoordt zelfs geen telefoontjes; spreek maar in na de piep! Als ik om me heen kijk en zie hoe druk men tegenwoordig is met mobieltjes en Smartphones, dan lijkt me het niet meteen beantwoorden van een telefoongesprek de ultieme vorm van Echt Niets Doen!
Ik weet niet of ik ooit zulke dagen heb gehad. Een dag waarop je Helemaal Niets doet. Zelfs aankleden laat je achterwege. Hoewel, Bruno heeft wel een broek aan, want daar zit hij met zijn hand in. Verder staart hij wat naar de ventilator en naar MTV.
Mijn dag is meestal te kort voor alles wat ik wel zou willen doen. Ik kan me daar dus niet zoveel bij voorstellen. Trouwens, helemaal niets doen is best moeilijk. Is rondlopen in je geboortepak niets doen? Of met je hand in je broek zitten? Lastig!
Ja, mórgen gaat hij er weer volop tegenaan. Dan is hij echt heel druk. Dan begint hij met some Pee Ninety ex. Ik ben er nog niet achter wat dat precies is, maar ik denk dat het met sporten te maken heeft. En dan komt hij ook een meisje tegen waar some really nice sex, mee heeft. Maar vandaag doet hij echt niks!
Misschien moet ik het ook eens proberen. Als je Bruno moet geloven doet zo’n dag je echt goed.
Ik ga het doen. Hoe moeilijk kan het zijn? Waar ik morgen mee begin? Ik ga eerst lekker in mijn geboortepak onder de douche!



Today I don't feel like doin' anything
I just wanna lay in my bed
Don't feel like pickin' up my phone
So leave a message at the tone
'Cause today, I swear I'm not doin' anything

Ah, I'm gonna kick my feet up
And stare at the fan
Turn the tv on
Throw my hands in my pants
Nobody's gone tell me, I can't

Nahh, I'll be lying on the couch
Just chillin' in my snuggy
Click to MTV
So they can teach me how to dougie
'Cause in my castle
I'm the freaking man

Oooh, yes, I said it
I said it, I said it
'Cause I can
Tomorrow I wake up
Do some P90x
Meet a really nice girl
Have some really nice sex
And she's gonna scream out
This is great
(Oh my god, this is great)

I might mess around
And get my college degree
I bet my old man
Will be so proud of me
But sorry paps
You'll just have to wait

Oooh, yes, I said it
I said it, I said it
'Cause I can

No, I ain't gonna comb my hair
'Cause I ain't going anywhere
I'll just strut in my birthday suit
And let everything hang loose

woensdag 28 september 2011

Wie is de (biologische) vader? Muziek uit 1990.

‘All I wanna do is make love to you’. Een niet mis te verstane refreinregel. Als ik dat hoor dan denk ik al wel te weten waar het lied over gaat. Toch zit er in dit nummer van Heart uit 1990 een heel levensverhaal.
Het meisje waar over wordt gezongen pikt, in de stromende regen, een leuke man op waarmee ze een magische nacht in een hotelkamer beleeft. Niets bijzonders, komt vaker voor. Maar dan blijkt dat er een plan achter zit..
Zij heeft zich niet aan hem voorgesteld en nadat ze alle sterren van de hemel hebben gevreeën sluipt zij weg. Ze laat een briefje achter waarop staat: waag het niet om mij te zoeken! Maar uit de manier waarop ze het zingt klinkt wel door dat ze het moeilijk heeft met die waarschuwing.
Een paar jaar later komt ze dezelfde man, onder ongeveer dezelfde omstandigheden, opnieuw tegen. De vrouw in kwestie heeft een kind bij zich. De man ziet het kind en herkent zijn eigen ogen. Hij is, en dat snap ik best, verbaasd: You can imagine his surprise, when he saw his own eyes…
En dan snap je ineens ook het briefje wat ze achter heeft gelaten na die hemelse nacht: … we walked in the garden, we planted a tree…. (Terwijl ik toch niet de indruk had dat de man een eikel was…)
Dan blijkt ook nog dat zij, ten tijde van dat toenmalig samensmelten, een relatie had met een man die alles voor haar betekende maar kennelijk onvruchtbaar was. Dat heeft hij waarschijnlijk nooit geweten, want zij werd ‘gewoon’ zwanger! En ze leefden nog lang en gelukkig! Maar ik vínd het nog al wat…..

Heart / All I wanna do is make love to you. 1990.

It was a rainy night
When he came into sight
Standing by the road
No umbrella, no coat
So I pulled up alongside
And I offered him a ride
He accepted with a smile
So we drove for a while
I didn’t ask him his name
This lonely boy in the rain
Fate, tell me it’s right
Is this love at first sight?
Please don’t make it wrong
Just stay for the night

All I wanna do is make love to you
Say you will You want me too
All I wanna do is make love to you
I’ve got lovin’ arms to hold on to

So we found this hotel
It was a place I knew well
We made magic that night
Oh, he did everything right
He brought the woman out of me
So many times, easily
And in the morning when he woke
all I left him was a note
I told him
I am the flower you are the seed
We walked in the garden
We planted a tree
Don’t try to find me
Please don’t you dare
Just live in my memory
You’ll always be there

Oh, oooh, we made love
Love like strangers
All night long
We made love

Then it happened one day
We came round the same way
You can imagine his surprise
When he saw his own eyes
I said please, please understand
I’m in love with another man
And what he couldn’t give me
Was the one little thing that you can…

woensdag 21 september 2011

Beautiful = mooi. Muziek uit 2010.

Die avond gaan we naar de open koorrepetitie van Swingcoöperation in Gorssel. We hebben er al heel wat enthousiaste verhalen over gehoord en besluiten zelf ook maar eens ons oor te luisteren te leggen. Het idee om bij een koor te gaan zingen leeft al langer bij mijn alter-eega en mij. Dit wordt onze eerste koorervaring. We besluiten een keer te gaan kijken om dan wellicht in het nieuwe seizoen lid te worden.
Het is een drukte van belang. In de oefenruimte bevinden zich zo’n 70 mensen, waarvan ongeveer de helft nieuwsgierig afwacht hoe het er op een repetitieavond aan toe gaat. We delen onszelf in bij de alten, omdat ons dat wel een prettige toonsoort lijkt. Er wordt die avond een nieuw nummer ingestudeerd. Het heet Beautiful en het is van Christina Aguilera. Het nummer komt me vaag bekend voor, maar van de uitgereikte blaadjes vol muzieknoten kan ik helemaal niks maken.
Juliette, de dirigente, zingt ons enthousiast en met de nodige humor voor. De altpartij is du, du, du, du, du, du, du, du… Die tekst kan ik aardig onthouden en de melodie ook. Maar dan zingen de mezzi hun partij dwárs door onze zorgvuldig ingestudeerde du, du, duutjes heen! De sopranen en de mannen zingen nóg weer iets anders en ik ben al snel het spoor bijster. Ik klamp me vast aan mijn collega-alten. Toch klinkt het heel behoorlijk en ik herken het nummer van mijn favoriete radiozender.
Na de pauze worden wij, de kijkers, toegezongen door het bestaande koor. Ze zingen een nummer waar ze een paar weken geleden mee begonnen zijn. Wat een energie komt daar vrij! Het koorvirus grijpt om zich heen en besmet ook ons. Sindsdien ervaren we, bijna wekelijks, dat Beautiful niet mooi, maar zelfs práchtig is!

woensdag 14 september 2011

Toppop. Muziek uit 1976.

Een optreden in Toppop, dat is het streven in 1976. Ik ga Maggie MacNeal coveren met Terug naar de kust. Ik heb de single geleend van een meisje uit mijn klas. Dagenlang draai ik het plaatje op de pick-up in de huiskamer. Met dramatische uithalen zing ik:
‘k Wil teruuuuug naar de kust, heel ongerust zoek ik de weg naar de kust….
Dat optreden baart me overigens wel een beetje zorgen. Niet vanwege mijn zangkwaliteiten, daarvan ben ik op dat moment behoorlijk overtuigd. Nee, mijn verschijning op TV maakt me onrustig. Je wordt toch behoorlijk close-up in beeld gebracht. Men gaat je gezicht dus heel goed bekijken. Ik vind mijn tanden niet mooi en mijn kapsel verdient absoluut geen Haute Coiffure prijs. Maar ook de kleding bezorgt me nogal wat hoofdbrekens. Wat draag je bij zo’n optreden? Een jurk? Ik krijg spontaan braakneigingen en klamme handen bij het idee. Mijn uitgaansgarderobe bestaat in die tijd uit een lange broek, spijker- of corduroy (Lois, Lois, Lois voor girls and boys!) en een wit overhemd van mijn vader, al dan niet met kraag. Een zwart gilet, van mijn vaders trouwpak, maakt het geheel compleet. Dat zal niet echt hoge ogen gooien bij de Avro. Behoorlijk veel zorgen dus. Toch ben ik vast besloten om ooit mijn doel te bereiken. Eens zal ik optreden in Toppop!
Maar tegen de tijd dat mijn tanden door de beugel kunnen en mijn uitgaanstenue toereikend is, is Toppop van de buis.
Later, wanneer ik voor het eerst aan de kust kom, weet ik ook niet meer zeker of ik wel daar naar toe terug wil…

woensdag 7 september 2011

Ik zou graag willen dat je dik was…Muziek uit 2011.

Als een liedje begint met: Soms wens ik dat je vreemd zou ruiken, nou nee, niet vreemd, maar heel, erg vies, dan roept dat niet meteen romantische gevoelens bij mij op.
Maar als de refreinregels dan zijn: Oh, jij en ik, het is alleen maar jij en ik… dan denk ik wel weer aan een liefdesliedje. Altijd samen met je geliefde, dat is toch mooi! Als het dan ook nog melodieus klinkt en een beetje timide, maar wel lief, gezongen wordt dan is de verwarring compleet.
Ik ben regelmatig behoorlijk verward in de zomer van 2011, want dan is You and me (in my pocket) van Milow regelmatig te horen op mijn favoriete radiozender.
Ik snap ook wel, dat als je geliefde veren heeft en in een kooi zit, je haar lekker makkelijk thuis kunt houden. Dat geldt ook als ze zo dik is dat ze niet meer door de deur naar buiten kan. Of zo klein dat ze in je broekzak past. Altijd samen jij en ik….
Toch roept deze vorm van iemand exclusief voor je zelf willen houden wat negatieve gevoelens bij mij op. Als het eind van het liedje dan is dat de vertolker graag ziet dat zijn geliefde traag is, …niet heel erg langzaam maar zelfs vvvverlamd… dan haak ik af!
Ja, dan ben je altijd met z’n tweetjes, ze ligt in je bed of in je bad en je hebt geen last van kapers op de kust want ze stinkt. Ideaal! Toch zou mijn keuze anders uitvallen. Mijn voorkeur gaat uit naar iemand met de tegenovergestelde uiterlijke kenmerken, die dan, desondanks, toch lekker bij mij (thuis) blijft!



I wish you smelled a little funny
Not just funny really bad
We could roam the streets forever
Just like cats but we’d never stray
I sometimes wish you were a mermaid
I could raise you in the tub at home
We could take a swim together
On weekly day trips to the bay

Oh you and me
It would be only you and me
Oh you and me
It would be only you and me

I wish you were a little bigger
Not just big but really fat
Doors you would no longer fit through
In my bed you would have to stay
I often wish that you had feathers
I’d keep you in a giant cage
All day long I’d sit and watch you
I’d sing for you and that would be okay
People say there are plenty of fish
In the sea, baby, all I do is wish

I wish you were a little slower
Not just slow but paralyzed
Then I could plug you into a socket
So you could never run away
I really wish that you were smaller
Not just small but really really short
So I could put you in my pocket
And carry you around all day

woensdag 31 augustus 2011

De armen van Marie. Muziek uit 1976.

Zomerromantiek, dat is het in 1976. …and I wish I was Lying in the arms of Mary… zingen de mannen van Sutherland Brothers & Quiver.
Net veertien jaar geworden, op weg naar mijn eerste vakantiebaan. Bessenplukken bij een tuinder in de buurt. Je moet je carrière ergens beginnen, nietwaar? Voor mij is het de ideale job. Lekker buiten in de zon, je eigen werktempo bepalen en de transistorradio mag mee!
De eerste dag zit ik, voor dag en dauw, op de fiets met het radiootje aan mijn oor.

The lights shine down the valley
The wind blows up the alley, Oh
and I wish I was lying in the arms of Mary…

De zon verschijnt aan de kim en van de koeien is alleen het roodbonte lijf te zien. Ze zweven boven de ochtendnevel. De wereld ligt aan mijn voeten.
De armen van Marie komen mij op dat moment voor als de hemel op aarde en ik ben vastbesloten die, ongetwijfeld zachte, armen te vinden.
De zon schijnt uitbundig, die zomer. De bessenstruiken zitten vol grote trossen rode bessen. De blauwe plastic bakjes puilen al snel uit en mijn plukcollega’s zijn aardig.
In mijn veertiende zomer wordt In The arms of Mary een grote hit en ik zing mee, uit volle borst, tussen de bessenstruiken. Vol verwachting.
Nog steeds als ik het nummer hoor, ruik ik de bessen en voel ik de zon. Toch zou het nog zeker veertien zomers duren voordat ik Marie’s armen had gevonden. Maar ze zijn zachter dan ik ooit had durven dromen.



Sutherland Brothers & Quiver - In The Arms Of Mary

The lights shine down the valley
The wind blows up the alley, Oh
well I wish I was lying in the arms of Mary.

She took the pains of boyhood,
and turned them in to feel good, Oh
how I wish I was lying in the arms of Mary –

Mary was the girl who taught me all I had to know
she put me right on my first mistake
Summer wasn't gone when I learned all she had to show
she really gave all a boy could take - Oh

So now when I get lonely,
still looking for the one and only,
That's when I wish was lying in the arms of Mary.

Mary was the girl who taught me all I had to know
she put me right on my first mistake
Summer wasn't gone when I learned all she had to show
she really gave all a boy could take

The lights shine down the valley,
The wind blows up the alley Oh
well I wish I was lying in the arms of Mary.
Lying in the arms of Mary, Lying in the arms of Mary,
Lying in the arms of Mary.