donderdag 29 maart 2012

Vissenkomhoofd. Muziek uit 1978.

De repetities voor het concert samen met Muziekvereniging Kunstmin zijn in volle gang. De dresscode is bekend en het shoppen daarvoor heeft zeker onze aandacht. Zodoende kon ik op de afgelopen ‘show-repetitie’ de blits maken met mijn nieuwe gympies. Degenen die erbij waren weten al welke opvallende kleur ze hebben, andere lezers worden hierbij van harte uitgenodigd om zaterdag 31 maart 2012 te komen kijken wat voor exemplaren, met gebloemde binnenkant (!), mijn alter eega voor mij op de kop heeft getikt. Zelf ben ik namelijk niet zo’n shopheld.
We hebben ook al een paar keer met het harmonieorkest gerepeteerd. Dat vergt, van beide kanten, nog wel wat aanpassingen. Wij moeten wat harder zingen en zij wat zachter spelen. Maar we hebben onze hoop gevestigd op de geluidsversterking. Voor óns dan welteverstaan!
Op dit moment hoor ik overigens alleen mezelf maar. Dat is niet omdat ik me zo goed af kan sluiten voor geluiden van buitenaf, maar mijn oren doen dat momenteel wel. Ze zitten potdicht. Van binnen uit. Vanwege een flinke verkoudheid. Het voelt alsof er een grote vissenkom om mijn hoofd zit waarin ik praat en zing. De glazen wanden weerkaatsen alle geluiden. Hopeloos. Maar die verkoudheid zorgt ook voor een wat zwoeler stemgeluid. Het heeft wel wat weg van Bonny Tyler in haar hoogtijdagen. It’s a Heartache zong zij in 1978. Vind ik momenteel ook, want die doofheid baart mij natuurlijk wel zorgen. Gelukkig duurt het nog een paar dagen voordat we op moeten treden. En ik hoef het natuurlijk niet alleen te doen. Desnoods zal ik playbacken…
Zien jullie dus zaterdagavond een ‘happende’ figuur op flitsende gympies dan ben ik dat waarschijnlijk!

PS. Jullie medeleven omtrent onze broer / zwager werpt zijn vruchten af! Hij is inmiddels van de IC en daarmee ook van de slangen af. Het gaat voorzichtig beter….

woensdag 21 maart 2012

Steentje trappen. Muziek uit 1968.

Speciaal uitgekozen voor mijn broer die nu al bijna een maand op de IC in Zwolle ligt. Het nummer Hair van Zen uit 1968. Het plaatst mij meteen weer terug in onze jeugd op de boerderij. Nog geen televisie, dus voldoende tijd voor Monopolie, Stratego, dammen, schaken of Eenentwintigen. Dit laatste spel heb ik later leren kennen als Black Jack. Wij speelden het met luciferhoutjes als inzet.
Als jongste van het zevental mocht ik overigens lang niet altijd meedoen. Ja, ik mocht ‘De Bank’ zijn bij Monopolie, wat zoveel inhield als de biljetten op de juiste stapel leggen. Mijn grote broers suggereerden dat dit een erg belangrijke taak was, dus ik had er wel vrede mee. Stratego heb ik nooit onder de knie gekregen. Meestal mocht ik wel ‘voor spek en bonen’ meedoen. Zo ook met ‘steentje trappen’, ook wel bekend als paaltjes-voetbal. Het paaltje was dan in ons geval een baksteen.
Pál voor je steentje blijven staan en vooral niet ‘aanvallend’ spelen wilde voor mij nog wel eens tot een overwinning leiden. Ik was dan het minst ‘omgetrapt’. Maar dan bedachten mijn broers dat de winnaar degene was die de meeste stenen, via de bal, omver had geschopt…
Hoe dan ook, mijn broers waren ouder, groter en sterker en ik bleef altijd het kleine zusje. En nu ligt de sterkste broer in het ziekenhuis, langer dan ooit iemand van ons daar verbleef. Hij heeft een auto-ongeluk gehad en wat aanvankelijk leek op ‘alleen maar wat gebroken en gekneusde ribben’ is uitgedraaid op een longinfectie. Het is de bedoeling dat ze vandaag zijn ribben, die soms op twee plaatsen gebroken zijn, weer vastzetten. Ik hoop van harte dat we daarna ooit weer kunnen steentje trappen…

woensdag 14 maart 2012

Dubbele vreugd en halve smart. Muziek uit 1978.

Zingen is leuk. Sámen zingen is fijn. Zingen in een koor is geweldig! Er komt een enorme hoeveelheid energie vrij tijdens onze repetities op donderdagavond. De verschillende stemsoorten die door onze onvolprezen dirigente Juliette Dmoré tot een geheel worden gesmeed, maar die ieder afzonderlijk hun eigen partij zingen. Het is altijd weer een genot om te beluisteren hoe mooi alles samenvalt, als het koor aan de handen van Juliette vastgekleefd zit en dus precies doet wat het moet doen. Het gaat allemaal om timing en samenspel. Dat vind ik ook zo mooi aan het nummer van Stevie Nicks & Kenny Loggings, Whenever I Call You Friend. Daar zitten al die stemsoorten in. Het is knap gearrangeerd in 1978. Wij hebben ook heel mooie arrangementen op ons repertoire staan dankzij (alweer!) Juliette, maar dit nummer zou het koor zo kunnen zingen, het hoeft niet eens meer gearrangeerd te worden!
Bovendien is de tekst ook nog eens helemaal van toepassing. Sweet love flowing almost every night, I’ve never seen such a beautiful sight. Dat betekent natuurlijk: de liefde voor muziek stroomt rijkelijk bijna elke avond. Lees: op donderdagavond! Het brengt ons in een flow en dat ziet er heel mooi uit! Dat laatste slaat dan weer op de choreografie. Het oog wil immers ook wat! Als we allemaal in een beweging ‘de ramen lappen’ tijdens onze vertolking van Set Fire, dan denk ik: I know forever we’ll be doing it right!
In de theepauze wordt heel wat lief en leed besproken. Dat is mooi want: Gedeelde vreugd is dubbele vreugd en gedeelde smart is halve smart! Het is fijn als je merkt dat je koorcollega’s met je meeleven in goede, maar ook in slechte tijden. Dan weet je het weer: In every moment there’s a reason to carry on!

woensdag 7 maart 2012

Mooie mensen met lenzen. Muziek uit 1997 en 1969.

Eind jaren ’60. Ik zit in de eerste klas van de lagere school. De kleuterschool heb ik overgeslagen. Zo kan het gebeuren dat dan pas, bij de schoolarts, aan het licht komt, dat ik niet goed kan zien. Ik moet dus een brilletje. De eerste tijd een afgeplakte, vanwege dat luie oog. Later gewoon om beter op het bord te kunnen zien. Men hoopt dat ik dan wat minder naar buiten kijk. Maar dat doe ik om alvast te bedenken wat ik zal gaan doen als die bel eindelijk weer eens gaat!
Melanie heeft dan een hit met het nummer Beautiful People. Ik voel me in die tijd niet echt ‘beautiful’ met dat brilletje. Het montuur was recht aan de bovenkant en verder amandelvorming. Er zaten blauwe randjes op. Met kleine schroefjes vastgezet. De pootjes zaten ook met schroefjes aan het montuur en al die schroefjes zijn er wel een keer uitgevallen met alle gevolgen van dien. Wat had ik een hékel aan die bril! Trouwens ook aan alle latere versies.
Zo’n zeven monturen later, ik was toen begin twintig, kreeg ik lenzen! Zachte vliesjes, met een plastic uiterlijk. Ik vond het een verademing!
Nu heb ik, sinds een half jaar, harde lenzen. Varifocus. Het gaat best goed, maar ik heb snel last van droge ogen. Ze moeten dus soms vroegtijdig uit. Zo ook afgelopen zaterdag. Ik doe ze in het lenzendoosje met de bedoeling ze ’s avonds schoon te maken.
Voor het slapen gaan pak ik het doosje, draai het open en spoel het uit. Even goed schoonmaken. Hygiëne is belangrijk! Ik kijk in de spiegel en zie dat ik mijn bril op heb… Oh nee!!! Dat betekent dat ik zojuist mijn lenzen door de wastafelafvoer heb gespoeld!
Midden in de nacht demonteer ik, samen met mijn alter eega, de sifon en we vinden de lenzen gelukkig terug tussen de smurrie. Tja, wie mooi wil zijn….

Mathilde Santing coverde het nummer in 1997. Deze versie vind ik persoonlijk mooier. Luister en oordeel zelf.