woensdag 20 maart 2013

Literaire muziek uit 2013

Geïsoleerd van buitenaf, wolken hebben het licht weggenomen. Ik heb geen controle, het lijkt alsof mijn gedachten met mij op de loop gaan… Dit zijn, vrij vertaald, de eerste regels van onze songfestivalinzending. Het is het nummer Birds van Anouk. Ik vind het nu al legendarisch. De muziek die langzaam aanzwelt en de onverwachte melodiewendingen, bijvoorbeeld bij de regel ‘Live life without you’. Toen ik het voor het eerst hoorde, verwachtte ik dat deze regel dezelfde melodielijn zou hebben als die ervoor. Maar er is nét een halve toon verschil. Verrassend. Het refrein wordt al een beetje bombastisch ingezet. Dat belooft wat en die belofte wordt ingelost. Ze zingt over een plaats zonder angst en zonder maanlicht. Het enige wat ze nodig heeft is bomen, bloemen en zonlicht. Waar nieuwe herinneringen gemaakt worden, waar de oude sterven en waar liefde geen leugen is… Dat is toch pure poëzie? Dit is geen rijmpje zoals vele vroegere inzendingen, nee dit is poëzie, literatuur!
Ik heb eens ergens gelezen dat het kenmerk van literatuur is dat je het niet meteen begrijpt, dat je erover na moet denken en dat je het nog eens wilt lezen. Dat je een hele tijd over één zin kunt mijmeren, hem nog eens herkauwen, opnieuw proeven, wegleggen en nog weer eens lezen. Een literaire tekst is dan ook niet bedoeld om iets op een makkelijke manier over te brengen. Nee, het gaat in de literatuur om taalkundig prachtige zinnen. Wat mij betreft komt dit de leesbaarheid meestal niet ten goede, maar daar kunnen we over van mening verschillen.
Literaire muziek vind ik wel mooi. Het is fijn als het niet zo’n hapklare brok is. Je kunt er dan je eigen interpretatie aan geven, het is niet doorsnee. Anouk, met haar prachtige, volle stemgeluid, brengt haar tekst goed articulerend voor het voetlicht. Ze zingt ingetogen, zonder ‘air’ en zonder trots. Ze kan niet vliegen zonder vleugels, dus ze blijft met twee benen op de grond. Dat is míjn interpretatie van de laatste zin.

Anouk / Birds



Isolated from the outside
Clouds have taken all the light
I have no control it seems my
Thoughts wander off

Of the time when I try to
Live life without you

Birds falling down the rooftops
Out of the sky like raindrops
No air, no pride

If being myself is what I do wrong
Then I would rather not be right
Hopes turn into fear and with my
One wing I can’t fly
With sunrise embrace my dreams tight and that’s why

Birds falling down the rooftops
Out of the sky like raindrops
No air, no pride
Birds

To a place without fear, with no moonlight
All I need are trees and flowers and some sunlight
Where memories are being made and where the old one dies
Where love ain’t lies

Birds falling down the rooftops
Out of the sky like raindrops

Birds falling down the rooftops
Out of the sky like raindrops
No air, no pride
That’s why birds don’t fly

zaterdag 16 maart 2013

Op bladveren naar huis zeilen. Muziek uit 1987

Mijn eerste auto is een Ford Escort uit 1977. Ik schaf hem in 1987 aan voor 1750,- gulden. Piet Veerman is zeilt naar Volendam in die dagen, ik rijd naar huis in mijn knappe rode karretje. Het is voorjaar en de zon schijnt. Ik zoef met mijn raampje open, kop in de wind. Als ik echter na verloop van enkele weken de eerste bui op mijn dak krijg, blijkt het pookje van de ruitenwisser los in zijn behuizing te zitten. Zo los, dat ik het op een slecht moment zelfs in mijn hand heb! De verkopersgarantie blijkt te gelden tot aan de achterdeur en financiën voor een (dure?) reparatie heb ik na de aanschaf niet meer. De auto dan maar laten staan met regenachtig weer? Dan kun je hem het beste meteen naar de sloop brengen, het is hier immers maar zelden droog. Maar dat zou toch jammer zijn, want hij is verder nog best goed, dus ik repareer de pook met plakband en tweecomponentenlijm. Maar dan dient het volgende euvel zich aan. Een doorgeroeste wielkast zorgt aan de passagierskant voor een natte kokosmat. Daar gaat de bodemplaat van roesten. Dat gat moet dicht! In dit geval houdt polyester mij aan het rijden.
In die tijd rijdt er dagelijks een collega met me mee. Als wij weer eens welgemoed naar onze arbeidsplek tuffen, hoor ik, na het passeren van een verkeersdrempel, een enorme knal. Lekke band! De collega, type betweter vraagt: ‘Heb je bladveren?’ ‘Waar héb je het over en wat heeft het met mijn lekke band te maken!’ vraag ik me, binnensmonds, geïrriteerd af. Hij houdt echter vol: ‘Heb je bladveren, want ik denk namelijk dat er zojuist een is geknapt!’ We stappen uit en kijken onder de scheefhangende auto. Een lange roestige stalen strip, die van voor naar achter onder auto doorloopt, is inderdaad gedeeltelijk gebroken. Ik vrees dat tweecomponentenlijm of polyester dit keer geen uitkomst zullen bieden, en op de radio klinkt:
Feelin' young and feelin' strong
And tonight came out right
Tomorrow could be wrong….

Sailing home / Piet Veerman


donderdag 7 maart 2013

We zijn niet bang! Muziek uit 1974

Wat spannend, zo’n enorme hoeveelheid mensen. De Deventer Schouwburg herbergt op deze Deventer Open Podium-dag enkele duizenden mensen, zowel ‘artiesten’ als bezoekers. Toch vinden de koorleden elkaar moeiteloos en tevens zie ik mijn jeugdvriendin na 30 jaar terug!
Zoveel publiek, een optreden in Foyer 1 en toch niet bang? Hoe is dat mogelijk? Mijn alter eega en ik denken dat het te maken heeft met het feit dat je daar samen staat en dat er goed geoefend is. Het inzingen in de bezemkast voegt uiteindelijk niet zo erg veel meer toe, hoewel het knap is dat de concertcommissie die bezemkast überhaupt geregeld kreeg! Echt bang zijn we dus niet. Gelukkig maar, want angst is een slechte raadgever. Robert Long bezingt hiervan in 1974, in het nummer Allemaal Angst, diverse schoolvoorbeelden. Meestal is angst echter gebaseerd op aannames. ‘Als je fruit eet krijg je wormen, van veel wassen word je kaal...’ Iedereen zegt dat het zo is, dus dan zal het ook wel zo zijn.
De vaak beschreven plankenkoorts voor een optreden hoort ook in dat rijtje thuis. We ‘moeten’ optreden, dus we staan te bibberen, zoiets. Dat blijkt niet zo te zijn. We hebben gewoon zin om lekker te gaan zingen. Bovendien is een half uurtje is zo voorbij, dus geniet er maar van!
Na het optreden dwalen we nog wat door de verschillende zalen en bij de garderobe kom ik mijn jeugdvriendin tegen. Het zingen heeft ons weer bij elkaar gebracht. 35 jaar geleden zongen we samen in een voorstelling van het YMCA tienerkamp. In de eerste week zetten we een voorstelling in elkaar en in de tweede week voerden we die voorstelling op. Wij zongen samen het genoemde nummer van Robert Long. Hadden we toen angst om op te treden? Ben je mal, we gingen gewoon lekker zingen!